Over Eader NRC Handelsblad

De vorm en de lezer

 

Een inventarisatie van NRC Handelsblad en zijn voorgangers

Inleiding

De krant is een meneer' is een uitspraak over het NRC Handelsblad, maar het is niet duidelijk wat daarmee nu precies wordt bedoeld. Betekent het dat de krant met twee woorden wenst te worden toegesproken, dat de lezer tegen hem moet opzien? Mag de lezer van een meneer verwachten dat hij geen leugens verkoopt? Of ziet de krant zich als een leermeester, die de lezer op de hoogte wil houden van nieuwe ontwikkelingen en hem of haar in staat stelt zich daarover een eigen mening te vormen?

In dit artikel probeer ik de identiteit van NRC Handelsblad en zijn houding ten opzichte van de lezer te achterhalen. Speciale aandacht heb ik daarbij voor de vormgeving van de krant. Met 'vorm' bedoel ik, in navolging van Barnhurst & Nerone (2001), de zichtbare structuur van de krant; de dingen die NRC Handelsblad elke dag herkenbaar maken, ook al verandert de inhoud. De vorm van een krant wordt bepaald door typografie, layout en opmaak, maar ook door de manier waarop de krant wordt geïllustreerd en ingedeeld.

Om dit te onderzoeken, heb ik zowel oude jaargangen bestudeerd van NRC Handelsblad als van zijn beide voorgangers, Algemeen Handelsblad en Nieuwe Rotterdamsche Courant. Daarnaast heb ik geput uit de publicaties over en speciale uitgaven van de drie dagbladen. In deze stapel bedrukte papieren heb ik gezocht naar relevante berichten, bijdragen of ingezonden brieven. Tenslotte heb ik (ex)vormgevers bij NRC Handelsblad gevraagd naar hun mening over de vorm en de lezer. Daarmee is dit artikel eerder het verslag geworden van een kwantitatieve zoektocht dan van een kwalitatief onderzoek.

In het eerste hoofdstuk zal ik een korte beschrijving geven van het dagblad NRC Handelsblad, in het tweede hoofdstuk besteed ik aandacht aan de visuele kenmerken van deze krant en ik eindig dit artikel met enige opmerkingen, die tesamen als een conclusie kunnen worden gelezen.

Top

1 NRC Handelsblad

NRC Handelsblad is voortgekomen uit twee landelijke dagbladen, met elk een eigen standplaats. Algemeen Handelsblad werd in Amsterdam gemaakt en richtte zich daardoor vooral op de Noord-Hollandse lezer, Nieuwe Rotterdamsche Courant werd in Rotterdam gemaakt en vond vooral aftrek onder Zuid-Hollandse lezers. In de volgende paragrafen geef ik eerst een korte geschiedenis van het dagblad NRC Handelsblad (§ 1.1), vervolgens plaats ik de krant in een tijdsbeeld (§ 1.2) en tenslotte geef ik een inhoudelijke karakteristiek (§ 1.3).

1.1 In 't kort

NRC Handelsblad verschijnt voor het eerst op 1 oktober 1970. Al eerder, onder meer in 1914 en 1922, waren er toenaderingspogingen geweest tussen de twee krantenbedrijven Algemeen Handelsblad en Nieuwe Rotterdamsche Courant, maar die pogingen zijn om onbekende redenen mislukt (Heyting, 1995). De bedrijven werkten wel al sinds 2 december 1964 samen in het kader van de Nederlandse Dagbladunie (NDU).

'Maar het zijn per slot van rekening economische motieven geweest die het bestuur van de Dagbladunie begin 1970 hebben doen besluiten over te gaan tot een fusie van de twee kranten.' (Heldring, 1995, p. 11)

Top

1.2 Tijdsbeeld

Economisch ging het met alle kranten slecht in die tijd. Mede door de opkomst van radio en televisie raakten kranten niet alleen lezers kwijt, maar ook adverteerders en daarmee hun inkomsten. Bovendien drukten stijgende lonen en hoge papier- en drukkosten zwaar op de begroting. (Rümke, 2002). Ook het Unitel-debacle deed de kranten geen goed: '(...) de idee dat NRC en Handelsblad in het vaarwater van De Telegraaf waren gekomen [leidde] tot een groot aantal opzeggingen' (Van de Laar, 1989, p. 49). Bovendien waren de overgebleven adverteerders geneigd advertentieruimte in te kopen bij grotere dagbladen dan NRC en Handelsblad (Van de Laar, 1989). Een fusie leek dus onvermijdelijk, maar stuitte op weerstand bij de beide redacties. Het cultuurverschil tussen de Amsterdamse en de Rotterdamse redactie werd te groot bevonden om samen te kunnen gaan:

'De Amsterdammers wilden vooral verslag doen van maatschappelijke en culturele ontwikkelingen, in de gistende 'provo-tijd' van eind jaren zestig. De Rotterdammers waren vooral geïnteresseerd in (Haagse en internationale) politiek en economie.' (NRC Handelsblad, 2002a)

Die interessegebieden werden weerspiegeld in de manier waarop de redacteuren zich kleedden. Jan Sampiemon, buitenlandredacteur van het Handelsblad en voorzitter van een nieuw gekozen 'gezamenlijke' redactiecommissie:

'De Rotterdamse collega's in driedelig pak, butterfly tie parmantig onder de kin geknoopt, pijp uit de mondhoek, tabaksdoos op het bureau, bekeken minzaam, maar ook met enige afkeer de langharige, in jeans gehulde en stropdasloze Amsterdammers die hun burelen onveilig kwamen maken.' (Rümke, 2002)

Top

1.3 Karakteristiek

Verschillen tussen de redacteuren ten spijt, toch was er in 1970 geen ontkomen meer aan. Er werd een formule ontwikkeld voor een nieuwe krant, gebaseerd op nooit uitgevoerde ideeën van de redactie van het Algemeen Handelsblad en geënt op voorbeelden uit het buitenland (The Times, The Guardian, Süddeutsche Zeitung). Voor ogen stond een kwaliteitskrant, voor een opgeleid lezerspubliek, die aan álle journalistieke eisen voldeed; hij moest opiniëren, informeren, activeren en - vóór alles - betrouwbaar zijn. André Spoor zegt hierover in een interview:

'Er werd een nieuwe, jongere doelgroep aangewezen van goed opgeleide mensen tussen de 18 en 45 jaar, zonder een sterke politieke of kerkelijke binding. Daarnaast gaf het rapport [ van onderzoeksbureau J. Walter Thompson, EdR ] ook aan hoe de krant zou moeten veranderen om bij deze nieuwe doelgroep in de smaak te vallen.' (Heyting, 2002)

De nieuwe krant werd daarom in een nieuw jasje gestoken. Niet alleen werd het stofje vervangen (een 8-koloms opmaak), maar ook kreeg het een uniformer karakter (de verschillende rubrieken, zoals binnenland, buitenland, opinie, kunst, sport en economie, kregen hun vaste pagina's). Gekozen werd voor de naam NRC Handelsblad, hoewel eerder de voorkeur was uitgesproken voor een nieuwe naam: Nieuwe Courant. De toekomstige directie had daartegen echter bezwaren: introductiekosten, verlies van goodwill en oud-Handelsbladlezers zouden binding met hun krant kwijtraken (Van de Laar, 1989). Om aan die laatste groep tegemoet te komen, heette de krant in het noorden van het land en in Amsterdam eerst nog Handelsblad NRC, maar daar is men in mei 1972 vanaf gestapt.

NRC Handelsblad presenteert zich - evenals haar voorgangers - als een liberale krant. In de eerste uitgave van 1 oktober 1970 schrijft de krant in een redactioneel, getiteld Onze beginselen:

'Liberaal zijn de Nieuwe Rotterdamsche Courant en het Algemeen Handelsblad genoemd. Het is niet een naam waarvoor de nieuwe krant zich geneert. Want in dit woord ligt het vrijheidsbeginsel besloten, dat ons vóór alles dierbaar is.' (NRC, 2002b)

Liberaal waren beide kranten ook al voor de fusie. Op 14 februari 1967, toen landelijke dagbladen voor het laatst een stemadvies publiceerden, schreef Algemeen Handelsblad: 'Wat ons betreft, het is de VVD, die wij onze lezers aanbevelen.' NRC hanteerde een vergelijkbaar voorzichtige formulering en gaf hetzelfde advies: 'Het is verstandig morgen te stemmen op de VVD, in het hele land lijst 3.' (Van de Plasse, p. 89).

Top

2 De vorm en de lezer

Een krant is vooraleerst een gebruiksartikel. Na lezing verdwijnt hij op de stapel oud papier of hij wordt nog eenmaal gebruikt om als verpakking te dienen:

'Ordinary folk throw away the paper once they've read it because they think of news as information, and they assume (separating the two) that content matters, not form.' (Barnhurst & Nerone, 2001, p. 5)

In de volgende paragrafen zal ik eerst een beschrijving geven van de rol van de vorm van de krant, zoals ik die uit de literatuur en uit oude exemplaren van NRC Handelsblad en zijn voorgangers heb gedestilleerd (§ 2.1), vervolgens ga ik in op ontwikkelingen in de krantenvormgeving (§ 2.2), daarna maak ik een vergelijking op uiterlijk kenmerken van een eeuw voorpagina's van Algemeen Handelsblad en NRC (§ 2.3). In deze drie paragrafen probeer ik steeds de relatie tussen de vorm en de lezer te vinden. Ik besluit dit hoofdstuk met het beeld dat de krant van de lezer heeft (§ 2.4).

Top

2.1 Het begin

Lang niet alle lezers beseffen dat de vorm van de krant hen wel degelijk begeleidt of beïnvloed tijdens het lezen. De plaats van de artikelen op een pagina, het toevoegen van een foto aan een artikel, de indeling van de krant, de corpsgrootte van een kop en kleurgebruik, het zijn allemaal elementen die bepalen hoe een lezer de krant leest (Barnhurst & Nerone, 2001).

Dat was allemaal nog niet aan de orde bij de allereerste exemplaren van het oude Algemeen Handelsblad. Die bestonden uit 4 pagina's, met de tekst in twee kolommen. Ze zagen eruit als een boek; hetzelfde formaat, dezelfde lettertypen, maar ze moesten niet van begin tot eind worden gelezen. Vaak stond bij deze oude kranten het meest recente nieuws binnenin en daar begon men te lezen. De buitenpagina's werden namelijk als eerste gedrukt, zodat de inkt tijd kreeg om te drogen (Barnhurst & Nerone, 2001). Enige ordening in de artikelen was niet nodig, omdat de lezer de schaarse hoeveelheid integraal tot zich nam. Pas later, zo omstreeks 1870, zien we rechtsonderin de voorpagina van het Algemeen Handelsblad een hoekje met Laatste berichten verschijnen. Een hoekje dat simpelweg leeg bleef als er geen berichten meer waren binnengekomen (Figuur 1).


Figuur 1: Vandaag geen laatste berichten.

De uitgevers van die eerste kranten besteedden weinig aandacht aan de vormgeving van de krant. Zij leefden in de veronderstelling dat de eenvormigheid van de pagina's betrouwbaarheid zouden uitstralen (Barnhurst & Nerone, 2001). De kranten maakten door hun platte en eenvormige opmaak duidelijk dat het de lezer was die 'sense of the world' moest maken, niet de krant (Barnhurst & Nerone, 2001, p. 39).

Dat veranderde met de opkomst van het marktmechanisme, halverwege de negentiende eeuw. De wensen van de lezer werden belangrijker, omdat de uitgevers nu twee markten bedienden: een lezers- én een advertentiemarkt. Een groot deel van de inkomsten kwam - en komt nog steeds - uit advertenties. Adverteerders wilden vooral een publiek bereiken dat kooplustig en koopkrachtig was. Daarnaast werd productie van een dagblad goedkoper, door de afschaf van het dagbladzegel, waardoor er geld vrijkwam om de krant groter te maken, meer aandacht aan de vorm te besteden en de abonnementsprijs drastisch te verlagen. Kranten gingen zich dus zowel naar adverteerders als naar lezers toe verkopen:

'To the public, newspapers claimed to offer the latest news, the most colorful and interesting miscellany of interests, the most gratifying window into the social and cultural world. To advertisers, newspapers claimed to offer the largest and most compliant readership' (Barnhurst & Nerone, 2001, p. 106).

Om het de lezers gemakkelijker te maken, werd een psychologische trukendoos geopend: een belangrijk artikel werd bovenin de pagina geplaatst en van een grote kop voorzien; op de voorpagina werd een inhoudsopgave geplaatst; rubrieken kregen hun vaste plaats in de krant (Van der Hout, 1949).

Top

2.2 Ontwikkelingen

Over de vormgeving van de krant en de mening van de lezers daarover, is weinig in de kolommen van Algemeen Handelsblad en NRC te vinden. Typerend is een artikel ter gelegenheid van het tweejarig bestaan van NRC Handelsblad, waarin de volgende uitspraak: 'Of het de kwaliteitskrant is geworden die wij bedoelden, kunt u beter beoordelen dan wij' (NRC Handelsblad, 1972, p. 2). Met geen woord wordt hierin gerept over de opmaak, de foto's of de illustraties. Dat mag opmerkelijk worden gevonden in het licht van de vooruitstrevende koers die voorganger Algemeen Handelsblad voer ten aanzien van de vormgeving van de krant. Algemeen Handelsblad had als eerste dagblad in Nederland een illustratie in kleur (10 augustus 1877), die handmatig in elk exemplaar van de krant - en dat zullen er naar schatting zo'n 7.000 zijn geweest - was opgeplakt. Bovendien had de krant als eerste in Nederland een advertentie in kleur (in 1911 of 1916, daarover zijn de bronnen verdeeld) en de eerste fotopagina (5 juni 1923). Vlak vóór de fusie met NRC besloot Algemeen Handelsblad nog tot een restyling:

'Onder Hofland, later bijgestaan door medehoofdredacteur André spoor, kreeg het Algemeen Handelsblad (…) vaart. (…) Een nieuwe opmaak met schreefloze koppen werd ingevoerd' (NRC Handelsblad, 1987, p. 3 Zaterdags Bijvoegsel).

De overstap naar een nieuwe vormgeving kostte Algemeen Handelsblad in 1969 wel weer een paar duizend abonnees, waarmee duidelijk werd dat de vorm van de krant de lezers wel degelijk ter harte ging:

'We hadden niet alleen de inhoud van het Handelsblad veranderd, maar de krant had ook een geheel nieuwe, door Wim Crouwel ontworpen lay-out gekregen. Daarover ontstond een enorme deining. Crouwels schreefloze letter en zijn strakke, in blokken opgemaakte pagina's werden door het gros van de lezers niet op prijs gesteld: men vond het een vieze, zwarte troep. Over de opiniepagina [ook een nieuw element, EdR] werd nauwelijks gerept, iedereen praatte over de vormgeving.' (Heyting, 1995, p. 17)

Top

De Nieuwe Rotterdamsche Courant was echter duidelijk minder vooruitstrevend met betrekking tot de vormgeving van de krant. Zo plaatste de krant maar liefst drie jaar nadat Algemeen Handelsblad een fotopagina had geïntroduceerd, voor het eerst een foto in de krant (1927). Het betrof hier zelfs geen nieuwsfoto, maar een portret van een NRC lezende koningin Emma. Er leek een weerstand te bestaan tegen het gebruik van foto-illustraties: 'Vooral in liberale kringen werd het bepaald niet chique geacht wanneer een krant al te opvallend gebruikmaakte van foto's.' (Kester, 2001, p. 243). Maar ook het kostenplaatje speelde een rol; de oplage van Nederlandse kranten was - mede als gevolg van de verzuiling - over het algemeen laag. De investeringen die met het vervaardigen en afdrukken van foto's waren gemoeid, waren voor deze kranten niet weggelegd (Kester, 2001). Dat NRC in 1927 voor het eerst een foto in de krant plaatste, zal zeker onder invloed van de tijdsgeest zijn geweest; in de twintiger jaren van de vorige eeuw ging het economisch goed met het land en bloeiden de kunsten als nooit tevoren (Kester, 2001).

De overgang naar het plaatsen van foto's in de krantenkolommen kan daarom niet louter worden toegeschreven aan de technische mogelijkheden daartoe. Zoals ook Barnhurst & Nerone (2001) aannemelijk maken, moet de verklaring eerder gezocht worden in culturele en economische veranderingen.

Mij lijkt dat vormgeving, fotografie en illustraties in NRC een beetje achteraan bungelden. Deze gedachte wordt fraai weerspiegeld in een illustratie van Otto Dick, afgedrukt in een speciale bijlage over de totstandkoming van de krant (NRC, 1960). De medewerkers worden daarin voorgesteld als de inzittenden van een trein; de hoofdredacteur zit in de locomotief en de opmaakredactie zit - nog nét voor de scheepsberichten en Otto Dick zelf - in de staart. Volgens van de Laar (1989, p. 53) kon vlak voor de fusie de lay-out 'de toets van de eisen aan een moderne krant gesteld niet doorstaan'. Wanneer ik de twee kranten van voor de fusie echter met elkaar vergelijk, oogt NRC wel veel 'strakker' dan Algemeen Handelsblad. NRC lijkt wat meer op een hedendaagse Trouw - maar dan met schreefletters en zonder blokopmaak - Algemeen Handelsblad op een hedendaags Algemeen Dagblad.

De vormgeving van de krant liet de redactie van het gefuseerde NRC Handelsblad dan ook niet helemaal koud, getuige een tentoonstelling over 18 jaar vormgeving van de krant in Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum in 1989. Maar vormgeving werd toch vooral beschouwd als drager van de inhoud. Het Bauhaus-concept form follows function zal de redactie niet vreemd zijn geweest: 'De vormgeving moet ondergeschikt zijn, mag de functie niet in de weg staan, mag de inhoud niet overstemmen,' schreef Max van Rooy ter gelegenheid van de tentoonstelling (NRC Handelsblad, 1989, p. 7 Agenda).

Top

'In de vitrines zijn juweeltjes van typografische ontwerpkunst te zien die aan hun doel blijven beantwoorden: ze zijn goed en helder leesbaar. Maar er zijn ook pagina's te vinden die dit doel zijn voorbijgeschoten (…) de lezer moet zich in allerlei bochten wringen om zich tot het artikel toegang te verschaffen.' (NRC Handelsblad, 1989, p. 7 Agenda).

Hier doelde Van Rooy onder andere op een artikel over Estland, op de voorpagina van Zaterdags Bijvoegsel, dat diagonaal over de pagina was geplaatst.

Met de komst van digitale opmaaksystemen kregen de vormgevers van kranten meer mogelijkheden (Hemels, 1999). Vooral de introductie van zogenoemde WYSIWYG (What you see is what you get)-toepassingen - zoals het CCI-systeem dat NRC Handelsblad gebruikt - maakte het mogelijk vooraf het resultaat van een bepaalde opmaak te zien. Geavanceerdere drukpersen zorgden er vervolgens voor dat de ideeën van de vormgevers ook werkelijkheid werden. Kranten worden nu - in tegenstelling tot vroeger - ook niet meer volgestouwd met tekst. Vormgevers durven 'wit' in de pagina's toe te laten. Daarnaast wordt nu veel meer gebruik gemaakt van foto's en ander beeldmateriaal, zoals infographics. De televisie heeft mogelijk aan deze ontwikkeling bijgedragen. Krantenredacties zagen met leedwezen de hoge kijkcijfers van het Journaal en gingen als reactie daarop de beeldtaal van de televisie overnemen (Van Dijck, 2001). Dat resulteerde bijvoorbeeld in plaatsing van een kleurenfoto op de bovenste helft van de voorpagina.

Zulke veranderingen hebben vooral positief uitgepakt voor de lezer: 'Het communicatieproduct dagblad oogt behalve kleuriger ook opener, uitnodigend tot lezen' (Hemels, 1999, p. 33). Dat beeldmateriaal belangrijk is om de krant aantrekkelijk te maken, blijkt ook uit onderzoek van de Poynter organisatie, waarin met behulp van optische middelen de oogbeweging van krantenlezers werd geregistreerd: krantenlezers blijken eerst naar de visuele elementen op een pagina te kijken en dan pas naar de tekst (Poynter, 2000).

Een weloverwogen opmaak van de krantenpagina's, in combinatie met het gebruik van beeldmateriaal en kleur, lijkt dus in het voordeel van de lezer te zijn. De relatie van die lezer met de krant komt in paragraaf 2.4 aan bod, maar nu wil ik eerst de veranderingen laten zien in een eeuw dagbladvormgeving.

Top

2.3 1900-1999: een vergelijking

Een mooie uitgave om de voorpagina's van de drie kranten te vergelijken is Een eeuw in voorpagina's (1999). Dit op groot formaat uitgegeven overzicht toont de voorpagina's van NRC Handelsblad vanaf 1970 tot 1999 en die van zijn voorgangers vanaf 1900: 'Hoewel deze bundel niet de geschiedenis van NRC Handelsblad vertelt, is er wel krantenhistorie in te zien, vooral die van de vormgeving en de typografie.' (Een eeuw in voorpagina's, 1999). Ik heb gekeken naar een aantal van de eerder genoemde vormelementen: plaatsing van de artikelen op een pagina, gebruik van illustraties, indeling van de krant en kleurgebruik. Hieronder geef ik aan wanneer de beide kranten op deze elementen veranderden.

Plaatsing van de artikelen Tot 1932 heeft NRC op de voorpagina geen elementen - afgezien van de titelkop - die breder opgemaakt zijn dan op 1 kolom. Algemeen Handelsblad doorbreekt de kolommen al veel eerder: in 1900 wordt de Effecten- en geldmarkt op 6 kolom onderin de pagina afgedrukt, in 1905 wordt de voorpagina gesierd met een illustratie (een ruwe schets van Petersburg, waar arbeiders in opstand zijn gekomen), in 1910 wordt een prijzentabel over 2 kolom afgedrukt, in 1915 opent de krant het nieuws over de eerste wereldoorlog met een 2-koloms kop De oorlog, in 1926 verschijnt onderin de voorpagina de rubriek Van overal op 2 kolommen en in 1928 brengt de krant voor het eerst een openingskop over de volle breedte van de krant en in kapitalen, De IXde Olympiade geopend. Op diezelfde voorpagina verschijnen maar liefst 2 foto's. Vanaf 1945 'haken' blokken tekst meer en meer in elkaar en krijgt de voorpagina een steeds rommeliger aanzicht, culminerend in de driekoloms kop Gure Paas (…), die na de eerste regel op 1 kolom verder gaat (Figuur 2). Deze manier van krantenopmaak wordt wel 'protomodern' genoemd (Barnhurst & Nerone, 2001, p. 202).

Nieuwe Rotterdamsche Courant plaatst pas in 1932 een kop over 2 kolommen, De Zuiderzee afgesloten, maar vanaf dat jaar gaat het snel met de opmaak over meerdere kolommen; in 1936 staan al meerdere artikelen op de voorpagina over meer dan 1 kolom. Vanaf 1943 wordt de voorpagina niet langer kolom voor kolom gevuld; blokken tekst 'haken in elkaar'.

NRC Handelsblad begint met een voortzetting van de protomoderne opmaak van haar voorgangers, maar brengt daarin al snel meer lucht door eerst witregels in te voegen en later de kolomlijnen weg te laten. Daarmee komt de vormgeving al in de buurt van wat 'classicist' wordt genoemd (Barnhurst & Nerone, 2001, p. 204). Pas eind jaren tachtig introduceert de krant het belangrijkste kenmerk van deze stijlvorm, de blokopmaak. Dat is een meer rechthoekige opmaak, waarin de artikelen als blokken op en tegen elkaar worden gestapeld.

Illustraties In het gebruik van illustraties op de voorpagina liep Algemeen Handelsblad ook vooruit op NRC. In 1905 stond de eerder vermelde schets op de voorpagina, van 1911 tot 1916 werd in de ochtendeditie bij het weeroverzicht de luchtdruk in een grafiekje weergegeven, in 1926 werd de nieuwe rubriek Van overal geïntroduceerd met een eigen logo (de naam tussen twee wereldbollen), in 1928 staan de eerste foto's op de voorpagina en komt het logo weer terug in de titelkop. Uit deze tijd stammen ook de fotokaternen, die jaarlijks bij de krant gevoegd werden, vaak met een illustratie voorop (Figuur 3).

Top


Figuur 3: Voorpagina fotokatern

Vanaf 1955 staan met regelmaat geïllustreerde advertenties op de voorpagina, maar dat zijn niet de eerste; reeds in 1904 stond op de voorpagina een bericht over een autowedstrijd met daarnaast een geïllustreerde reclame van de importeur van de winnende auto (Visser, 1953). Een foto van Beatrix en Claus als een gelukkig bruidspaar vult in 1966 ruim een kwart van de voorpagina.

NRC heeft, in tegenstelling tot Algemeen Handelsblad, pas in 1934 de eerste infographic (een kaartje onderin de voorpagina met de route van de Uiver) en in 1938 verschijnen de eerste nieuwsfoto's. In 1963 verschijnt in de inhoudsopgave een gestileerde afbeelding van vrouwe Justitia.

De pagina's van NRC Handelsblad zijn tot 1988 altijd voorzien van 2 of meer foto's. In 1977 verschijnt linksonderin een dagelijkse, geïllustreerde woordgrap Uit de hazenhoek, die in 1981 opgevolgd wordt door sprekende wereldbollen. Er staan altijd minstens 2 geïllustreerde advertenties op de pagina.

Indeling van de krant De voorpagina's bevatten vrijwel altijd Telegrammen, Buitenlands overzicht en Binnenland, die worden aangevuld met rubrieken als Onderwijs, Zee- en landmacht, Kunst en wetenschappen, Stadsnieuws, Kerknieuws en Gemengde berichten. Algemeen Handelsblad heeft daarnaast vanaf 1911 Het weer op de voorpagina van het ochtendblad, vanaf 1912 rechtsonderin Laatste berichten en vanaf 1920 een blokje met Belangrijk Nieuws bovenin de rechterkolom, dat vanaf 1924 wordt voorzien van paginaverwijzingen. Mét de komst van deze inhoudsopgave verdwijnt de ruimte voor Laatste berichten. In 1926 verschijnt de al eerder genoemde rubriek Van overal. Op de voorpagina van NRC verschijnt pas vanaf 1932 een inhoudsopgave, bovenin de rechterkolom: Nieuws in dit nummer.

De indeling van de binnenpagina's van de krant kan ik pas aflezen aan de voorpagina vanaf het moment dat er inhoudsopgaven verschijnen, in 1924 en 1932. Daarom vestig ik hier speciale aandacht op de ruimte links en rechts van de titelkop van de kranten, ook wel linker- en rechteroor genoemd, en de ruimte onder en boven die kop. De keuze om bepaalde elementen op deze prominente plaats op de voorpagina te plaatsen, lijkt veelzeggend voor de waarde die de uitgever of de redactie daaraan geeft.

Algemeen Handelsblad heeft in 1900 in het linkeroor een nummer en de vermelding Editie van x uur met daaronder de agentschappen. In het rechteroor staat de jaargang (73) met daaronder abonnements- en advertentiekosten. Boven de titel Algemeen Handelsblad staat vermeld: Nieuwe Amsterdamsche Courant. Onder de titel staan datum, directeur (Charles Boissevain) en tot 1916 de oprichters (gebroeders Diederichs). De koptitel is vanaf 1900 stapsgewijs steeds breder geworden, totdat die in 1916 vrijwel de gehele paginabreedte in beslag heeft genomen. In 1917 komt daaraan abrupt een einde; de kop wordt verkleind. In het linkeroor worden editie en daaronder abonnementsgelden vermeld, in het rechteroor advertentietarieven. Onder de titelkop staan jaargang, nummer, datum en directeur. In 1925 verhuizen de advertentietarieven naar pagina 4 en wordt het rechteroor opgevuld met adresgegevens, telefoonnummers en girorekeningen.

Top

In 1928 (Figuur 4) verschijnt weer het logo Lux et Libertas in het linkeroor met daarboven de jaargang en daaronder Dit nummer bestaat uit vijf bladen. In het rechteroor is plaats voor: editie, de prijs voor een kwartaalabonnement (bij vooruitbetaling) en adres. In de oorlog verdwijnt het logo tijdelijk uit de kop. Vanaf 1955 heeft de krant een nieuw getekende titelkop, lichter en breder dan de oude. De toevoeging Nieuwe Amsterdamsche Courant is juist kleiner geworden, maar dat is het jaar daarop weer ongedaan gemaakt. Het rechteroor komt te vervallen. In het linker staat nog steeds het logo. Onder de kop staan jaargang, nummer, directeur, hoofdredacteur en datum.

De titelkop van NRC beslaat tot 1918 de hele paginabreedte, waardoor er slechts onder de titel ruimte is voor verkrijgbaarheid, jaargang en nummer, datum, Directeuren-Uitgevers Nijgh & Zoon en Agenten in het Buitenland. De verkrijgbaarheid wordt in 1907 vervangen door abonnementsprijzen, de agenten door advertentietarieven. In 1909 komen daar redactietelefoonnummers bij en een telegram-adres. Mogelijk als reactie op Algemeen Handelsblad, verkleint NRC in 1918 ook de titelkop en geeft hij linker- en rechteroor dezelfde inhoud als de Amsterdamse krant. In een extra regel maakt hij melding van telefoonnummers, postcheque en girorekening en telegram-adres. In 1919 verschijnt voor het eerst de naam van de hoofdredacteur onder de titelkop: Mr. G.G. v.d. Hoeven. Algemeen Handelsblad volgt daarmee in 1922. Op de voorpagina van NRC maakt in 1930 het blokje met advertentietarieven in het rechteroor plaats voor het weerbericht van het KNMI. De advertentietarieven verhuizen naar het linkeroor, waarin eerst de abonnementsprijzen stonden vermeld.

In 1947 verdwijnt de oude spelling van Rotterdamsche uit de titelkop en heet de krant: Nieuwe Rotterdamse Courant. In 1948 verdwijnen de beide oren. In plaats daarvan heeft NRC nu alleen nog maar een tweetal platte kadertjes onder de kop, waarin links directeur, hoofdredacteur en uitgever genoemd worden en rechts abonnement, telefoon, telegram-adres en postrekening. Die kaderlijntjes verdwijnen in 1956. Ruim 10 jaar lang verandert er niets aan de titelkop, totdat in 1968 de prijzen van de krant in een aantal andere landen worden vermeld.

In de titelkoppen is ook de tweede wereldoorlog zichtbaar. Bij NRC verdwijnt het weer van de voorpagina om plaats te maken voor De verduistering (Figuur 5). Hierin werden de tijden van opkomst en ondergang van zon en maan vermeld. Aangezien de Duitse bezetter verordonneerd had dat van zonsondergang tot zonsopkomst geen brandend licht gezien mocht worden, wist de lezer wanneer de gordijnen dicht moesten én wanneer er enig licht van de maan was te verwachten. De advertentietarieven maken plaats voor abonnementsprijzen en een vermelding van het aantal bladzijden. Algemeen Handelsblad haalt in de oorlog het logo uit de titelkop. De tekst Lux et Libertas krijgt een plekje onder de titel.

Top


Figuur 5: Tijden van zonsopgang en zonsondergang in de titelkop van NRC

De eerste uitgave van NRC Handelsblad toont een titelkop over de hele breedte van de voorpagina, bestaande uit de schreefletters NRC, het logo Lux et Libertas en HANDELSBLAD. Tussen twee lijnen daaronder: Nieuwe Rotterdamse Courant (1844) en Algemeen Handelsblad (1828) Donderdag 1 oktober 1970 - 1e Jaargang Nr. 1. Opvallend is het wegvallen van de naam van de hoofdredacteur, maar dat kan veroorzaakt zijn doordat NRC Handelsblad in aanvang een driekoppige hoofdredactie had. Er werd smalend gesproken over 'NRC Handelsblad met z'n 27 hoofdredacteuren' (Heyting, 1995).

In 1972 vermeldt men de twee voorlopers van NRC Handelsblad in alfabetische óf in chronologische volgorde en vanaf dat jaar staat Algemeen Handelsblad dus als eerste genoemd. Tussen titelkop en horizontale lijn komt links de editie, rechts de prijs van een exemplaar in Nederland en België. Dat wordt in later jaren aangevuld met de prijzen in andere Europese landen. Bovendien gaat de krant dan twee tarieven vermelden; de zaterdagkrant wordt duurder dan die door de week. In 1986 verschijnt het logo voor het eerst in kleur. Een jaar later wordt rechtsonder de kop vermeld waar adressen en telefoonnummers in de krant zijn te vinden. Vier jaar later verdwijnt de bovenste van de twee lijnen onder de kop om in 1997 weer terug te komen, wanneer een korte inhoudsopgave tussen die lijnen wordt gepresenteerd. De overige informatie komt direct onder de kop te staan.

Kleurgebruik Pas vanaf 1986 verschijnt er kleur op de voorpagina van NRC Handelsblad: het logo in blauw of rood, zowel in de titelkop als in de uitknipbare bon rechtsonder. In 1989 krijgt ook het 'zwevend' inhoudskader een bijpassende kleur en worden foto's een enkele keer als duotoon opgenomen. Er verschijnen nu ook advertenties met steunkleur (vanaf 1986) of in vierkleurendruk (vanaf 1995). In 1992 werd al een foto van de Bijlmerramp in vierkleurendruk geplaatst, in 1994 gevolgd door een infographic. De verkorte inhoudsopgave, die in 1997 onder de titelkop wordt geplaatst, is voorzien van gekleurde stippen tussen de aanduidingen. De uitgebreide inhoudsopgave verliest de gekleurde achtergrond in ruil voor een subtiel kleurlijntje erlangs. Linksonderin verschijnen de Krekels, als opvolgers van de sprekende wereldbollen, ook in vierkleurendruk. De inhoudsopgave staat vanaf 1999 in zijn geheel bovenin de pagina en is voorzien van afbeeldingen in vierkleurendruk.

Top

Samengevat, zie ik in de afgelopen eeuw de vormgeving van de kranten steeds rommeliger worden, omdat de verticale kolomopmaak losgelaten wordt en daarvoor eigenlijk niets in de plaats komt. NRC Handelsblad hanteert pas eind jaren negentig een classicistische vormgeving met blokopmaak. De classicistische periode begint volgens Barnhurst & Nerone (2001) al in 1930. Daarmee lopen de onderzochte drie kranten ver achter op hun buitenlandse broeders, maar dat lijkt me meer eigen aan Nederlandse kranten. De Telegraaf hanteert nu nog steeds een protomoderne opmaak, met artikelen die in elkaar haken. De periodes High modern en Late modern, die de classicistische zouden moeten opvolgen (Barnhurst & Nerone, 2001) zien we nog in geen enkele Nederlandse krant terugkomen.

De elementen in de titelkop van de kranten veranderen van een economische naar een meer inhoudelijke - op de lezer gerichte - aard. Abonnementsgelden en advertentietarieven maken plaats voor de prijs per los nummer, directeur en uitgever maken plaats voor de hoofdredacteur (die overigens vanaf 1970 in de titelkop weer ontbreekt). De later toegevoegde adresgegevens van de redactie maken weer plaats voor een korte inhoudsopgave van de krant.

In het gebruik van illustraties was NRC al terughoudend en die houding heeft misschien ervoor gezorgd dat ook NRC Handelsblad pas laat ertoe overging om kleur in de illustraties toe te passen.

Top

2.4 De lezer

De vooruitstrevende koers van Algemeen Handelsblad ten aanzien van de vormgeving, werd waarschijnlijk mede bepaald door wat werd verondersteld te leven bij de lezer. Algemeen Handelsblad leek daarvoor wel een goed oog te hebben:

'Maar wie is die lezer? Is het de man, die, op politiek gebrand, grommend of stralend de hoofdartikelen leest? Is het de huismoeder, die het stadsnieuws, de advertenties en het feuilleton doorvliegt, wanneer haar plichten daar een oogenblik tijd voor laten? Is het de kunstliefhebber (…)? Is het de beursman (…)? Of is het 't jonge meisje, dat weten wil wie een tenniswedstrijd gewonnen heeft?' (Algemeen Handelsblad, 1928, p. 7).

Wie de lezer ook is, hij of zij heeft bepaalde kenmerken: 'De lezer van het Handelsblad is voor den redacteur een eerlijk mensch, een ontwikkeld mensch, een mensch van beschaving, fijn gevoel, humor en menschenliefde. Die eigenschappen zijn den lezer gemeen; daarop rekent de redactie.' (Algemeen Handelsblad, 1928, p. 7). Algemeen Handelsblad richtte zich dus niet enkel op de werkende, hoger opgeleide man. Ook de 'huismoeder' en het 'jonge meisje' konden in de krantenkolommen iets van hun gading vinden.

Ten tijde van de fusie met NRC blijkt het lezerspubliek van Handelsblad in tweeën op te delen: enerzijds zakenlui en conservatieven, die de krant vooral lazen om de rechtse toon van berichtgeving, anderzijds jonge progressievelingen, die vooral geïnteresseerd bleken in de culturele bijdragen van de krant (Van de Laar, 1989). De inhoud van NRC daarentegen leek afgestemd op 'intellectuelen en ambtelijke elite' (Van de Laar, 1989, p. 54), niet op een breed publiek.

Datzelfde geldt ook voor de gefuseerde krant NRC Handelsblad, die in Onze beginselen laat opnemen dat: 'wij ons richten tot een publiek dat bereid is na te denken' (NRC, 2002b). De redactie denkt daarnaast te weten wat dat publiek van de inhoud en de vormgeving van de krant verwacht, omdat zij zich vereenzelvigt met de lezer:

Top

'Bij het maken van deze krant, bij het schrijven en vormgeven, hoeven wij ons niet te richten op een lezersgroep die eigenlijk buiten de horizon van de redactie ligt. Gelukkig wordt van ons geen psychologisch cynisme gevraagd omdat we de verbeelding hebben dat de lezers en redactie samenvallen' (NRC Handelsblad, 1989, p. 7 Agenda).

Voormalig hoofdredacteur Ben Knapen geeft toe dat de redactie zijn lezers voornamelijk kent in statistische termen, bijvoorbeeld hoelang ze zich dagelijks met de krant bezighouden. Hij ziet de lezer als 'niet alleen en niet in de eerste plaats als consumenten op de markt (…) maar als burgers in de samenleving.' (Van Es e.a., 1995, p. 242). Die lezer moet bereid zijn zich goed te informeren en daarover na te denken. Dat heeft als consequentie dat 'deze krant bijvoorbeeld niet alleen de dingen meldt die een lezer wil weten, maar ook die hij misschien liever niet wil weten.' (p. 242).

Willem van Zoetendaal, tot 1991 chef vormgeving bij NRC Handelsblad, vertelt telefonisch dat de krant onderzoeken onder lezers hield, waarin wel eens werd geïnformeerd naar hun mening over de vormgeving. Hij nam zelden notie van die onderzoeken, omdat 'je niet uit onderzoek kunt bepalen hoe je moet vormgeven'. Indertijd waren de supplementen door verschillende vormgevers ontworpen en dat maakte volgens Van Zoetendaal 'het geheel een gezellig rommeltje', waarbij de lezer zich thuis voelde. Nu is de krant meer één vorm en passen de delen wat meer bij elkaar, aldus de voormalige chef, maar dat heeft geen invloed gehad op de oplage, voor zover hem bekend is.

Top

Jan Paul van der Wijk, sinds mei 2001 chef vormgeving en fotografie bij de krant, meent dat het heel moeilijk is om door middel van een lezersonderzoek de mening over de vormgeving te peilen: 'Dat verzandt al snel in mooi en lelijk.' Meer inhoudelijke aspecten, zoals het verhuizen van bijlagen naar de zaterdag, kunnen met zo'n onderzoek wél gepeild worden. Radicale veranderingen, zoals de invoering van de nieuwe broodletter Lexicon in de zomer van 2001, worden vooraf getoetst binnen een lezersgroep. In dit geval werd dan vooral gekeken naar de leesbaarheid van de letter. Ingezonden brieven daarover waren over het algemeen positief. Vreemd genoeg, gaf de ene lezer aan dat hij zijn leesbril aan de wilgen had gehangen, terwijl een ander dan juist weer schreef dat hij moeite had met de leesbaarheid van de nieuwe letter. Waren de reacties overwegend negatief geweest, dan 'had ik gekeken of we iets aan de leesbaarheid van de letter hadden kunnen doen, door bijvoorbeeld de interlinie te veranderen of de corpsgrootte.'

Van der Wijk krijgt zeer regelmatig ingezonden brieven op zijn bureau, zowel positief als negatief. Positieve reacties hebben vooral betrekking op het beeldgebruik: 'Wat een prachtige foto'. Een negatieve reactie is bijvoorbeeld de brief van een lezer die het betreurde dat de datumregel op de voorpagina van linksboven naar het midden was verhuisd. Nu kon hij niet snel meer een bepaalde krant uit de stapel vissen, maar moest hij ze allemaal even openvouwen. Omdat deze lezer de enige was die hierover klaagde, was dat voor Van der Wijk geen reden om de datumregel weer op de oude plek terug te zetten.

Samengevat, denkt NRC Handelsblad zich een beeld van de lezer te kunnen vormen en daarop richt de redactie zich. Wat vormgeving betreft, laat de redactie zich aan lezersonderzoeken niet veel gelegen liggen. De vrij radicale ommezwaai van een 'gezellig rommeltje' naar de huidige opzet van de krant lijkt echter geen negatieve effecten te hebben gehad, de nieuwe broodletter evenmin. Het feit dat de oplage van de krant sinds het ontstaan in 1970 van 108.000 naar ruim 270.000 gestegen is, lijkt vooral te wijzen op een hoge waardering bij de lezer.

Top

3 Conclusie

Algemeen Handelsblad liep meer vooraan op het gebied van krantenopmaak dan NRC. Beide kranten waren echter niet vooruitstrevend, eerder afwachtend in het toepassen van nieuwe technologie. Daaraan bijgedragen hebben waarschijnlijk de culturele en economische ontwikkelingen in Nederland. Nu het goed gaat met de oplage van NRC Handelsblad en grafische vormgeving in Nederland meer aandacht krijgt dan ooit tevoren, zou de krant wat vooruitstrevender kunnen optreden. Dat dit daadwerkelijk gebeurt, blijkt uit een aantal recente ontwikkelingen bij de krant, bijvoorbeeld het initiatief om als eerste krant van Nederland een website op te zetten. Ook met de wekelijkse bijdrage Thema laat de redactie van NRC Handelsblad zien dat ze vernieuwing niet schuwt.

Wat de lezer van deze veranderingen vindt, wordt regelmatig door middel van lezersgroepen en -onderzoeken bijgehouden. Hoe zwaar de vórmgeving telt binnen de waardering voor de krant als geheel is echter niet duidelijk. Een onderzoek onder de lezers van NRC Handelsblad zou daar wellicht helderheid over kunnen verschaffen.

december 2002
Elsje de Ruijter

Top

Bijlage: titelbeschrijving

Toen: Algemeen Handelsblad

Betekenis van de titel: de krant wil 'alle takken van de staathuiskunde met betrekking tot de handel bedienen' (Visser, 1953).

Plaats van uitgave: Amsterdam.

Eerste verschijningsdatum: 5 januari 1828 (tweewekelijks).

Dagelijkse verschijning: 1 oktober 1830, wordt dan alleen 's zondags niet bezorgd.

Oplage: 5.400 (1851); 9.000 (1882); 17.191 (1914/1915); 44.000 (1929/1930); 50.000 (1937); 46.059 (1944); 57.100 (1955); 61.700 (1966); 59.050 (1968) (Van de Plasse, 1999); 54.800 (1970) (Heyting, 1995).

Vorm: 7 kolommen (1967). 20 pagina's.

Prijs per kwartaal: f4,50 (1828); f8,- (januari 1869); f6,- (juli 1869); f6,- (1900); f5,40 (1937); f7,90 (1954); f9,- (1959); f10,- (1962); f12,50 (1964); f14,75 (1967).

Advertenties: 30 cent per regel (1828); 75 cent per regel (1924).

Hoofdredacteur: Jacob Willem van den Biesen (1828-1845), Louis Keyser (1845-1857), Sjoerd Anne Vening Meinesz (1857-1865), Anton Gilles Cornelis van Deyl (1865-1885), A. Polak (1885-1907) Charles Boissevain (1885-1922), A.G. Boissevain (1907-1922) & J. Kalff jr. (1907-1931), D.J. von Balluseck (1929-1951), S.S. Hoogterp (waarnemend tijdens oorlog), H.M. Planten (1951-1958), C.A. Steketee (1958-1969).

Oprichter: Jacob Willem van den Biesen.

Uitgever: P. den Hengst en Zoon (1828); Nederlandse Dagbladunie (1969).

Drukkerij: Barteling, Amsterdam.

Motto: Lux et Libertas (Licht - in de filosofische zin van Verlichting - en Vrijheid), vanaf 1828 tot 1830 op de voorpagina, daarna pas weer vanaf 1928.

Top

Ontwikkelingen

1828: (9 februari): eerste commerciële advertentie, packet-dienst Rotterdam-Londen.
1829: introductie staatkundige mededelingen.
1829 (20 juni): vettere kopjes boven de berichten, later in gotisch lettertype.
1830: eerste kunstbericht.
1831: iets groter formaat, van 2 naar 3 kolommen. In de kop verschijnt de naam Nieuwe Amsterdamsche Courant. Deze krant werd vóór verschijning opgekocht door Algemeen Handelsblad.
1837 (14 oktober): typografisch experiment met zwarte kolomlijnen en dikke kaderlijn om de pagina's i.v.m. overlijden Koningin Wilhelmina.
1841: nóg iets groter formaat.
1846: introductie schaakrubriek.
1849: wederom rouwrand rond de pagina's i.v.m. overlijden Koning Willem II.
1866: nieuwe broodletter.
1868: nóg groter formaat, naar 5 kolommen.
1869: laatste vergroting, naar 6 kolommen. Begin zondagseditie.
1877 (10 augustus): eerste kleurenafbeelding in een Nederlandse krant; een afbeelding van de Coloradokever, die handmatig in elke krant was opgeplakt.
1880: dagelijks feuilleton op de voorpagina.
1882 (1 november): twee edities per dag.
1885: nieuwe broodletter, korte tijd later gevolgd door nieuwe kopletter (oude waren versleten).
1887 (12 november): eerste dagelijkse hoofdartikel in Nederlandse dagbladpers, 'Van dag tot dag' . Tot 1925.
1891: drukvolgorde van 3 pagina's op de stoomsnelpers is derde, tweede, eerste. Pers drukt 4000 vellen per uur. Oproep om liberaal te stemmen, met kandidatenlijst, neemt de gehele voorpagina in beslag.
1899: rotatiepers met gasmotor.

Top

1904: op de voorpagina een bericht over een autowedstrijd en geïllustreerde reclame van de importeur van de winnende auto.
1905 (9 september): eerste nieuwsfoto, van een spoorwegongeluk bij Purmerend.
1911 (10 juni): eerste kleurenadvertentie in een Nederlandse krant (Van de Plasse, 1999) of in 1916 (Algemeen Handelsblad, 1978).
1921 (juli tot september): uitgave geïllustreerd ochtendblad Vandaag.
1923 (5 juni): eerste fotopagina in Nederland. Eerste kleine advertenties Treffers.
1925 (7 maart): zaterdagavond-bijvoegsel.
1928: tijdens de Olympische Spelen te Amsterdam verschijnt een twee pagina's groot supplement in drie talen: Engels, Frans en Duits.
1944 (25 september): eerste oorlogsnummer op half formaat, tot 4 mei 1945.
1945 (1 september): herverschijning na WO2.
1946 (2 november): terug naar normaal krantenformaat.
1968 (9 september) van 7 naar 8 kolommen.
1969: nieuwe, schreefloze kopletter Helvetica. Op 30 september verschijnt de laatste uitgave.

Top

Toen: Nieuwe Rotterdamsche Courant

Betekenis van de titel: nieuwe krant als concurrent van de Rotterdamsche Courant.

Plaats van uitgave: Rotterdam

Voorloper: weekblad vanaf 13 augustus 1843.

Eerste verschijningsdatum: 1 januari 1844 (drie keer per week).

Dagelijkse verschijning: 23 september 1844. Tot 1883 het enige ochtendblad.

Oplage: 1.800 (1851); 9.800 (1882); 30.000 (1914/1915); 40.000 (1929/1930); 35.000 (1937); 41.297 (1944); 47.857 (1955); 58.168 (1966); 53.712 (1968) (Van de Plasse, 1999); 52.000 (1970) (Heyting, 1995).

Vorm: 7 kolommen (1968). 14 pagina's.

Prijs per kwartaal: f4,- in Rotterdam, elders f4,50 (1907); f5,- resp. f6,75 (1923); f6,- resp. f6,75 (1927); f6,30 resp. f7,05 (1944); f5,50 (1948); f6,- (1950); f7,50 (1953); f8,75 (1956); f11,50 (1963); f12,50 (1965); f15,50 (1968); f16,25 (1969).

Advertenties: 1-5 regels f1,90, elke regel meer 30 cent (1907); per regel 75 cent (1930).

Hoofdredacteur: H.H. Tels (tot 1885), met I.A. Lamping (1869-1894), J. Zaayer (1894-1910), G.G. van der Hoeven (1910-1936), P.C. Swart (1936-1941), J. Huijts (1941-1945), M. Rooij (1945-1957), A. Stempels (1957-1969) met J.L. Heldring (1968-1969).

Oprichter: Henricus Nijgh.

Top

Ontwikkelingen

1877 (1 november): verschijning met ochtend- en avondeditie, als eerste krant in Nederland.
1907: uitgever Nijgh maakt plaats voor NV De Nieuwe Rotterdamsche Courant. Onafhankelijkheid van de hoofdredacteur wordt statutair vastgelegd.
1922-1933: aanbiederconcentratie; aankoop de Nieuwe Courant, Het Vaderland, het Dagblad van Rotterdam.
1927 (19 november): eerste foto, van NRC lezende koningin Emma.
1929 (november): uit onvrede met de negatieve filmrecensies, gaan de Rotterdamsche bioscopen over tot een advertentieboycot van de NRC.
1945 (28 juli) tot 1 juli 1947: herverschijning na oorlog onder de naam Nationale Rotterdamsche Courant.
1948 (13 september): als eerste Nederlandse krant verzoek om notering aan de Amsterdamse effectenbeurs.
1959 (26 maart): prinses Wilhelmina zegt abonnement op wegens tekening van Frits Behrendt (Chroetsjov als engeltje).
1960 (4 januari): eerste column Dezer dagen van J.H. (Jerome) Heldring.
1965 (1 november): Tom Poes, strip van Marten Toonder. Tot 20 januari 1986.
1969 (30 september): laatste verschijning.

Top

Nu: NRC Handelsblad

Fusie tussen Nieuwe Rotterdamsche Courant (1844) en Algemeen Handelsblad (Nieuwe Amsterdamsche Courant) uit 1828.

Betekenis van de titel: samenvoeging van oorspronkelijke titels, naar wens van de directie.

Plaats van uitgave: Rotterdam

Eerste verschijningsdatum: 1 oktober 1970.

Oplage: 108.000 (1970); 80.000 (1974); 100.000 (1977); 112.660 (1980); 200.000 (1987); 232.800 (1990); 268.131 (1999); 271.802 (2000) (Cebuco, 2000; Heyting, 1995; NRC Handelsblad, 2002a; Van de Plasse, 1999).

Prijs per exemplaar: € 1,15 (2002).

Advertenties: € 6,41 per mm (2002).

Hoofdredacteuren: Jerome Heldring, Henk Hofland, André Spoor (1970-1972), André Spoor (1972-1983), W. Woltz (1983-1990), Ben Knapen (1990-1996), Folkert Jensma (1996-heden).

Redacties in Rotterdam en Amsterdam (tot 21 april 1986).

Motto: Lux et Libertas, overgenomen van Algemeen Handelsblad.

Top

Ontwikkelingen

1970: introductie Cultureel Supplement, eerste katern in Nederland dat geheel aan kunst en cultuur was gewijd.
1984: rubriek Opinie van 1 naar 2 pagina's.
1989 (1 april): eerste kleurenfoto op voorpagina.
1992: (19 november): introductie van de rubriek Correcties en aanvullingen.
1995 (1 juli): als eerste landelijke Nederlandse krant op internet.
1996 (29 augustus): start wekelijkse bijlage Profiel, vanaf januari 2002 Thema genoemd; (30 augustus): wekelijkse bijlage Boeken.
1998 (18 december): eerste uitgave van kleurenmagazine M, vanaf 1999 maandelijks.

Bronnen

Archivalia

Algemeen Handelsblad. (1928). Jubileumnummer 100-jarig bestaan. [Persmuseum Amsterdam, catno. EHB V/1928:1 fol)].

Algemeen Handelsblad. (1978). Speciale uitgave ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan. (zaterdag 25 maart 1978). [Persmuseum Amsterdam, catno. PM 17948 (1970-1990)].

NRC (1960). Speciale uitgave over de totstandkoming van de krant. (zaterdag 24 december 1960) [Persmuseum Amsterdam, catno. PM 17948 (1970-1990)].

NRC Handelsblad. (1970-2002). [Persmuseum Amsterdam, catno. PM 17948 (1970-1990)].

Top

Bronnen in druk & op internet

NRC Handelsblad (1989). Oplage tweehonderdduizend. (19 september 1987, Zaterdags Bijvoegsel, p. 3).

NRC Handelsblad (1989). Het gezicht van de krant. (8 maart 1989, Agenda, p. 7).

NRC Handelsblad (2002a). NRC Handelsblad: Geschiedenis. [www-document]. URL: http://www.nrc.nl/krant/artikel/1026104125820.html. (25 oktober 2002).

NRC Handelsblad (2002b). NRC Handelsblad: Onze beginselen. [www-document]. URL: http://www.nrc.nl/krant/artikel/1026104040724.html. (25 oktober 2002).

Top

Literatuur

Barnhurst & Nerone (2001). The form of news; A history. New York/London: The Guilford Press.

Blankenstein, M. van, Houter, F. den, Huygens, J.W., Raalte, E. van, Ru-Schouten, W. de, Stempels, A. (1969). Kijk in een jarige krant. Rotterdam: Nieuwe Rotterdamse Courant.

Cebuco (2000). Oplagen dagbladen 2000. Amsterdam: Cebuco.

Dijck, José van (2001). Nieuws in het internettijdperk; Een genre tussen technologie en culturele vorm. In: Jo Bardoel (red.), Journalistieke cultuur in Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press. Pp. 412-425.

Een eeuw in voorpagina's; 1900-1999. (1999). Samenstelling: Bas Blokker & Hendrik Spiering. Rotterdam: NRC Handelsblad.

Heldring, J.H. (1995). Woord vooraf. In: Gijsbert van Esch, J.H. Sampiemon, & Laura Starink, Door onze redacteuren; NRC Handelsblad 1970-1995. Amsterdam: Balans. Pp. 9-14.

Hemels, Joan (1999). De Gouden eeuw van het dagblad; Een visie op professionaliteit en identiteit van de krant met het oog op een neiuw millennium. Antwerpen: Communicatiewetenschap Universitaire Instelling Antwerpen.

Heyting, Lien (2002). De fusie van NRC en Handelsblad; Gesprek met oud-hoofdredacteur André Spoor. [www-document]. URL: http://www.nrc.nl/krant/artikel/1026104122396.html. (25 oktober 2002).

Hout, W.N. van der (1949). Psychologie van de pers. Leiden: Nederlandsche Uitgeversmij. N.V.

Top

Kester, Bernadette (2001). Onder vuur; Het ontstaan van de Nederlandse fotojournalistiek. In: Jo Bardoel (red.), Journalistieke cultuur in Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press. Pp. 236-264.

Laar, Paul T. van de (1989). Twee heren vinden elkaar; De fusie tussen de NRC en het Algemeen Handelsblad bedrijfshistorisch bekeken. Rotterdam: Uitgeverij Waterstad.

Plasse, Jan van de (1999). Kroniek van de Nederlandse dagbladpers. Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever.

Poynter (2000). Eyetrack2000. [www-document]. URL: http://www.poynter.org/eyetrack2000/index.htm.

Rümke, Ite (2002). NRC Handelsblad 1970-2001. [www-document]. URL: http://www.nrc.nl/overons/geschiedenis/kort.html (25 oktober 2002).

Visser, Willem (1953). De papieren spiegel; honderd-vijfentwintig-jaar Algemeen Handelsblad 1828-1953. Amsterdam: Algemeen Handelsblad.

Top

Inleiding
1 NRC Handelsblad
1.1 In 't kort
1.2 Tijdsbeeld
1.3 Karakteristiek

2 De vorm en de lezer
2.1 Het begin
2.2 Ontwikkelingen
2.3 1900-1999: een vergelijking
2.4 De lezer

3 Conclusie

Bijlage: titelbeschrijving
Toen: Algemeen Handelsblad
Toen: Nieuwe Rotterdamsche Courant
Nu: NRC Handelsblad

Bronnen
Archivalia
Bronnen in druk & op internet
Literatuur

  Top